4 mei: nationale Dodenherdenking

Geplaatst: 4-5-2024

Op 4 mei herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en de slachtoffers van oorlogssituaties en vredesoperaties waar Nederland sindsdien bij betrokken is geweest.

Drie van die slachtoffers uit onze gemeente zijn Frans Looijen uit Standdaarbuiten, Nies den Engelsen uit Zevenbergen en Pieter Agterdenbos uit Fijnaart. Dit zijn hun verhalen.

Frans Looijen (1914-1940) uit Standdaarbuiten

Frans wordt geboren op 23 september 1914 in een boerenfamilie in Standdaarbuiten. Na de lagere school en een opleiding bij de broeders in Huijbergen komt ook hij terecht in het landbouwbedrijf. Hoewel hij zijn werk gehoorzaam uitvoert, bevalt het boerenleven hem niet. Frans droomt ervan om vliegenier van de KLM te worden en in Nederlands-Indië te vliegen. Om z’n doel te bereiken volgt hij in de avonduren een studie. Na een aantal jaren krijgt Frans de gelegenheid om bij de militaire luchtvaart te gaan, waar hij als sergeant-instructeur-vlieger in dienst gaat. Zijn familie en dorpsgenoten zijn erg trots als hij met z’n toestel weer eens over het dorp vliegt.

Duitse inval

Als in de loop van 1939-1940 de oorlogsdreiging in ons land toeneemt worden de verloven ingetrokken en wordt Frans en ook z’n broer Harry onder de wapenen geroepen. De spanning loopt met de dag op, totdat in de vroege ochtend van 10 mei 1940 het Duitse leger Nederland binnenvalt. De Luftwaffe vliegt voor de troepenmacht uit om de vliegvelden in ons land met luchtlandingstroepen in te nemen en de Nederlandse regering zo snel tot overgave te dwingen.

Tegenstand in het luchtruim uitschakelen

Frans krijgt opdracht om vanaf z’n standplaats hulpvliegveld Ruigenhoek bij Noordwijk het Nederlandse luchtruim te patrouilleren en met collega-vliegers iedere tegenstand die ze treffen uit te schakelen. Tussen Rotterdam en Gouda treft zijn jachtgroep een Junkertoestel dat terugvliegt naar Duitsland. De Nederlandse jagers gaan er met hun Fokker-toestellen achteraan en beschadigen het dusdanig dat het een noodlanding moet maken. Daarna keren de Nederlandse toestellen terug naar de vliegbasis om brandstof en munitie aan te vullen.

Uit de lucht geschoten

Frans is achterop geraakt en krijgt kort na het duel met de Junker een groep van vijf of zes Messerschmitt-jagers achter zich aan. Boven Krimpen aan den IJssel breekt een luchtgevecht uit en Frans wordt uit de lucht geschoten. Frans stort met zijn toestel neer aan de rand van de Hollandsche IJssel en overleeft de crash niet. Zijn lichaam spoelt enkele dagen later aan in Ouderkerk aan den IJssel. Frans is slechts 25 jaar geworden en wordt thuis in Standdaarbuiten begraven. Postuum is hij onderscheiden met het Vliegerkruis.

Nies den Engelsen (1921-1944) uit Zevenbergen

Nies wordt geboren op 1 april 1921 in Zevenbergen, als een na jongste in een gereformeerd gezin van zes kinderen. Zijn ouders hebben in Zevenbergen een manufacturenwinkel, maar vader

overlijdt als Nies vijf jaar oud is. Zijn moeder zet de winkel alleen voort. Vanwege haar slechte gezondheid komt het meest werk op de schouders van de twee oudere zussen van Nies. Tijdens de inval van de Duitsers in de meidagen van 1940 wordt de winkel met het aangrenzende woonhuis door een bom getroffen, maar twee jaar later is de winkel heropend.

In het verzet, gearresteerd

Predikant ds. J.S. van de Weg introduceert Nies in het verzet en na een tijdje neemt Nies zijn plaats in het verzet zelfs over. Vanaf 1943 is Nies verspreider van verzetskrant Trouw, maar na de arrestatie van de Zeeuwse verspreider Kees de Graaff komen de Duitsers Nies op het spoor. Op 23 oktober 1943 wordt Nies gearresteerd en vastgezet in de Polizeigefängnis in Haaren. Hij wordt daar zwaar mishandeld door Erich Gottschalk, die de taak heeft om alle Trouw-betrokkenen op te sporen. Gottschalk reageert z’n woede af op Nies, omdat hij hem verantwoordelijk houdt voor de (naar later blijkt niet plaatsgevonden) liquidatie van zijn informant die Kees de Graaff eerder heeft aangegeven.

Doodvonnis

Tijdens zijn verblijf in Haaren wordt Nies ernstig ziek. Als eind juli 1944 de leden van Trouw vanuit Haaren worden overgebracht naar Vught blijft Nies achter. Maar op 5 augustus wordt ook hij overgebracht voor de voltrekking van het doodvonnis. Op 10 augustus, ’s avonds, wordt Nies naar de fusilladeplaats gebracht en samen met 15 andere verspreiders geëxecuteerd. Nies is slechts 23 jaar oud geworden.

Pieter Agterdenbos (1926-1949) uit Fijnaart

Pieter wordt op 22 december 1926 geboren in Fijnaart. Op 7 november 1946 wordt hij als dienstplichtig soldaat opgeroepen bij de Koninklijke Landmacht in Blerick. Daar wordt hij ingedeeld bij de stafcompagnie van 4-11 Regiment Infanterie. Vanwege het losgebarsten geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Pieter, na een algemene militaire opleiding, naar Nederlands-Indië gezonden. Daar moet hij helpen om de rust en het Nederland gezag te herstellen. Op 5 februari 1947 vertrekt Pieter met het schip Johan van Oldenbarnevelt en gaat na een maand aan land bij Batavia. Daar wordt hij gelegerd en ingezet voor wachtdiensten. In de daaropvolgende maanden wordt zijn bataljon gelegerd rond Tangerang, even ten westen van Batavia, waar het gebied met patrouillegangen en acties wordt gezuiverd.

Tweede Politionele Actie

Tijdens de Tweede Politionele Actie van 19 december 1948 tot 5 januari 1949 wordt Pieter met zijn onderdeel naar Poerworedjo gezonden, voor de inname en zuivering van de sector. Daarna gaat zijn bataljon zware tijden tegemoet. Met te weinig mensen moet een te groot gebied worden beveiligd, wat door de talrijke infiltraties en guerrilla-aanvallen van de revolutionairen nauwelijks kan worden gerealiseerd.

Gesneuveld

Pieter sneuvelt op 4 maart 1949 in Ketanggoengan, in Midden-Java. Pieter is slechts 22 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Candi in Semarang. Nog geen 4 jaar later zouden zijn ouders en broers thuis in Fijnaart om het leven komen bij de Watersnoodramp van 1 februari 1953. Alleen zijn broertje Toon wordt dan, drijvend in zijn ledikant, uit het water gered.